Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4405. R. van HaersolteGa naar voetnoot1). (H.A.)De rechter van LingenGa naar voetnoot2) heeft in den laatsten tijd aan de ingezetenen, de ridderschap en de stad zooveel aanstoot gegeven, dat ik, hoewel ongaarne, over hem moet klagen, omdat mijn ambt dat vordert. Hij zal nu wel pogen tegen mij op te treden, doch er moet niets worden besloten, voordat men mij gehoord heeft. Gij weet, dat hij door de voorspraak van mijn vader en door uwe hulp zijn ambt heeft gekregen; mij zet hij thans den voet dwars en meent, dat ik mij na den dood mijns vaders niet weet te verdedigen. Haerst, den 18/8 Julij 1646. |
|