Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4310. J. van EyckGa naar voetnoot2). (L.B.)Indertijd heeft Prins Maurits mij eene vicarie vereerd, die mij, na aftrek der onkosten, jaarlijks ƒ 110 opbrengt. Nu wordt mij voor die vicarie geld geboden, maar ik weet niet, of ik haar mag verkoopen; geef gij mij daarin raad. Voordat ik haar kreeg, had ik in twee andere vicariën moeten opvolgen, maar dat is niet geschied. Wilt gij eens navraag doen, of daar nu nog kans op is? Zoo ja, dan zou ik gaarne mijne vicarie verkoopen, om wat gereed geld te hebben in mijn naderenden ouderdom. Ik hoop, dat gij mij nog eens zult willen helpen. Adij AprilGa naar voetnoot3) 1646, in Utrecht, stilo antiquo. |
|