Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 291]
| |
4300. A. Baeckx a BarlandiaGa naar voetnoot1). (L.B.)Ik heb veel last van graveel en geloof, dat ‘de Oirschotse bieren ende loecht’ mij goed zouden doen. Daarom zou ik gaarne zien, dat het paspoort, mij 17 Juni 1626 door Z.H. verleend, werd hernieuwd. ‘Ick seynde hier beneffens copye eens briefs des portiers der poorte van Brussel, inhoudende d'affectie ende liefde by my aen de gevangenen in haer sickten ende vertreck bewesen; al ben ick prister, ick weet, dat de Nederlanders malcanderen moeten assisteeren. In studijs Lovanij is myn meeste conversatie geweest met Stiftenaers oft Utersche ende Zeeuwen, alwaer in 't landt van der Goes in Zuytbeverlandt mijn vader met de syne a. 1557 1o Feb. vercoecht heeft ses heerlyckheden, Baerlandt, Baeckendorp, Oudelande, Elewoutsdyck, Condorpe ende Eneringen, reserverende ons aldaer den aenwasse van de zee.’ ..... Martij 15, st.v., 1646Ga naar voetnoot2). |
|