Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4283. De CocqGa naar voetnoot8). (L.B.)Den heer Van der StratenGa naar voetnoot9) doet U.E. andermael weten en verseekeren, dat het groot | |
[pagina 285]
| |
steuck van Gannimedes is het oorrigeneel vuijt de vuijst gemaect bij Franciscus BadensGa naar voetnoot1), wesende een voornaem, jaa treffelijck schilder, hebbende in Italien lang tijt geweest; was vuijtmuntende in vrouwetroijnien, parden ende diergelijcke, groote actien, etc., ende 't lantschap is gemaect van Gouivert JansenGa naar voetnoot2), die men placht mijn Heer te noemen, oek den voornaemsten lantschapschilder, sodat ick met veel schilders hier binnen Amsterdam sal bewijsen, dat 't voornoemde groote steuck is oorig[i]neel ende geen coppie, maer vuijt de vuijst gemaect, ende die hetselve steuck hebben sien schilderen, sullen dat getuijgen. Belangende den prijs, en is niet nadat men de steucken estimeert van dien schilder, ende voornamenlijck volgens die stucken, die hier t'Amsterdam op den Doel hangen, werden geestimeert, etc. Ende mits indispositie van den heer Van der Straten is dessen door sijn oordere geschreven ....Ga naar voetnoot3). Sijne Hoocheyt magh er sooveel voor geven als t hem belief, etc. |
|