Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4253. S. van TuldenGa naar voetnoot3). (B.M.)Ik waag het u te naderen als neef van den diep betreurden Diodorus TuldenusGa naar voetnoot4), die op betrekkelijk jeugdigen leeftijd gestorven is en beweend wordt door zijne vrouwGa naar voetnoot5) en drie kinderen. U behoef ik niet te zeggen, welk een voortreffelijk man hij was. Hij sprak dikwijls over uwe welwillendheid jegens hem en wilde mij in haar doen deelen. Gaarne zou ik u persoonlijk begroeten, maar mijn ambt van magistraatspersoon te Antwerpen houdt mij terug. Mijn vriend BuycxGa naar voetnoot6) was echter zoo vriendelijk over mij aan u te schrijven. Moge het u in alle opzichten goed gaan en gij mij dezelfde welwillendheid toonen als aan mijn oom, die mij als zijn zoon beschouwde. Antverpiae, 17Ga naar voetnoot7), anni 1646. |
|