Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4251. Van Pieters. (A.B.)Om U E te voldoen mijnne belofften, sende ick hierneffens eennige wercken van Ysack HollandusGa naar voetnoot9). Had ick meerder in t selvige tot U E dienst, ick soude mijn verblijden ende senden. U E sal deselvige connen doen vuijtschrijven ende, als ick oovercom, voor mijn bewaren t gen ick hier sende. Ick sal onderteusschen vernemen, off ergens eennige wercken als deese kan becomen, en U E senden. T' Antwerpen onder mijn boecken aldaer hebbe ick noch eennige, maer die sijn ongereedt. Ick versoeck dan, dat U E dese gelieft te bewaren, ende mijn in meerder saecken gelieft te bevelen in uwen dienst ..... | |
[pagina 274]
| |
..... Ick woon op de Lauweriersgrach in Vossencuijl. Gelieft U E een pondt vijff off ses blyeckpoeder te hebben, dat schoon is, sal t senden. In Amsterdam, den 15 Jan.ie 1646. |
|