Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4220. J. van Wassenaer. (H.A.)Dank voor het paspoort. Ja, de baron is in dienst van SpanjeGa naar voetnoot6). Sedert ik hier gekomen ben, is de bezetting met de helft verminderd. Het spijt mij vooral om de ruiterij, die zoo goed was in dit garnizoen. Als ik nu nog eene compagnie van ‘Breda gekregen hadt, soo sou der evenwel genoech gebleven syn, om de boeren tot den Hoogen Oever en Vernouilles devotie te brengen, hetwelck het enichste is, daer sy toe gebruyckt worden, ende behalven de benefitie deser stadt en selver van de provintie van Hollandt, soo hadt ick se tot dat gebruyck oock wel van node, want se myn voordesen, sedert syn Hoogh.t myn de vierde compagny affgenomen hadt, al van honger hebben laeten sterven ende niet een coppel patrysen gebracht, om een goet vrunt met te deylen’.... Ik wilde, dat ‘Syn Hoogh.t myn oock geliefden van myn compeer SandersGa naar voetnoot7) te ontlasten, die in syn beesticheden daegelycks noch toeneempt.’ Steeds krijg ik klachten over hem. Heusden, desen 30 9bris (Nov.) 1645. |
|