Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4156. D. de Wilhem. (L.B.)Iedereen verheugt zich over het succes van Z.H. Gij hebt gelijk, dat de Raad eens aan Z.H. moest schrijven over de financies. ‘Le Sieur Gaspar SchoppiusGa naar voetnoot2) a intention de venir en ce pais ici, et prie un sien nepveu de l'aller querir a Padoue, ou il se tient enclos chez un professeur en droict sans oser sortir, ayant este adverti de se tenir sur ses gardes, comme vous pouvez voir dans les extraits ci joints’. Als zijn neef TolnerGa naar voetnoot3) er heen gaat, wil hij gaarne een aanbevelingsbrief hebben van Z.H. aan den Hertog van Mantua, om de zaken van zijn oom te kunnen regelen. Scioppius is iemand, die veel af weet van de hoven in Spanje, te Weenen en te Rome, en het zou niet kwaad zijn, hem eene vriendelijkheid te bewijzen. Hij heeft vroeger in een tractaat Prins Willem en onzen oorlog verdedigd. Hij heeft evenveel geschreven als Erasmus. - De menschen in Brabant en Antwerpen moesten onder de hand met Z.H. onderhandelen, om hun ondergang te voorkomen. De zaken van den Koning van Groot Brittannië staan slecht. Prins Rupert wordt verdacht van verraad wegens het overgeven van BristolGa naar voetnoot4). Verscheidene lords hebben zich met het Parlement verzoend uit vrees voor verbeurdverklaring van hunne goederen. 15 d'Octob. 1645, a la Haye. |
|