Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4090. J. van WassenaerGa naar voetnoot5). (H.A.)Myn reys tot hier te Spae is redelyck voorspoedich geweest en in passant te Luyck heb ick den agent van der Borch gedebaucheert, om met herwaerts te koomen, wt welckers scryvenGa naar voetnoot6) U Ed. sal verstaen hebben, hoe het ons | |
[pagina 198]
| |
hier geviel op ons aenkompst. Sedert is het myn noch al meer affgevallen, want daechelycks veel volck vertreck[t], en soo lang ick des heren agents geselschap hadt, die verleden Sondach vertrocken is, soo couleerden den tyt noch al stilswygende door, maer sedert vint ick het der heel verdrietich, soodat ick UEd. verseker, dat ick Syn Hoogh.t, om myn vermaeck tot dese reys, myn leven om geen verloff moeyelyc vallen sal. Ick heb sedert verleden Maendach acht daegen beginnen waeter te drincken, sonder tot noch toe enige baet te vinden, enckel de sinckingen op t oor en op de tanden soo frequent en sterck, als ick oit te vooren gedaen heb, soodat ick myn tyt in ellende doorbreng en, scoon der al plaisir was, gelyck der niet en is, ick hetselve niet sou kunnen smaecken, en was daerenboven bang, dat de doctoren myn hier noch veertien daeghen alleen souden hebben willen houden, maer desen morgen syn se by myn geweest en [hebben] geseyt, dat se anders niet kunnen mercken als dat de interne parteyen heel wel geconstitueert syn, dat myn quael alleen kompt wt vochtige herssenen, dat het badt myn daer volkomentlyck van sal ontlasten. En dat ick naer noch vier off vijf daegen waterdrinckens daernaer toe sal moogen gaen; ik meen te BotsierGa naar voetnoot1) te gaen, welcke baeden myn t' meest aengeraeden worden; oock is daer een clooster vol myn hertiens; hoe het daer afflopen sal, sal den tyt leren; soo der iet notabels mocht voorvallen, sal niet manqueren het UEd. te adviseren. Madame de SievreuseGa naar voetnoot2) seyt men dat te huys is; sal niet hier koomen; de graevin van NassauGa naar voetnoot3) is hier met haer soonGa naar voetnoot4) en ongetroude dochter Ga naar voetnoot5), die myn somptyts op graeff Maurits kosten onderhout; gelooff, dat sy oock binnen een dach off ses naer Aeken gaet. Anders is hier niemant van consideratie ..... Spae, desen 23 Aug. 1645. Den heer agent hadt een liettien in de pen op dit fray sejour van Spae; soo het voltrocken is, twyffle ick niet, off sal t U Ed. mededeylen. |
|