Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4087. D. de Wilhem. (L.B.)

‘Monsieur le resident Brasset m'est venu voir chez moy et m'a dit entre autres choses qu'il scavoit que M. Graswinckel avoit obtenu de Messieurs d'Hollande la permission de pouvoir aller a Munster avec M. les plenipotentiaires de cest Estat en qualite de secretaire de l'ambassade, et qu'il avoit d'ailleurs entendu qu'on luy avoit mis en main de la part de S.A. force memoires et pieces concernant la principaute d'Orange. Mais qu'il m'asseuroit qu'il n'y en seroit traitte en facon quelconque, et qu'il estoit acertene que M. le duc de Longueville¹⁾ n'avoit veine ni artere qui tendist a cela. Que la France ne permettroit jamais qu'on fist la moindre chose qui pourroist desplaire a S.A. Qu'il avoit sonde cest affaire, et qu'il se sentoit oblige comme serviteur de S.A. de me confier cela et m'en pouvoir servir, et prevaloir la ou j'estimerois qu'il seroit requis. Le discours estant attiffé, et l'occasion assez recherchee, je luy repondis sans beaucoup de ceremonies en peu de mots: Que je ne scavois rien de tout cela, ni de la permission, ni de l'instruction, ou depart de M. Graswinckel, mais que j'estimois que S.A. se tenoit tellement asseure en son endroict et possession de la principaute qu'il n'avoit garde de laisser examiner cest affaire la ou ailleurs. Que la nature de la souverainete

1) Zie II, blz. 298. - Hij maakte aanspraak op Oranje.

[p. 197]

le requeroit ainsi. Au reste je le remerciois de la confiance et franchise qu'il usoit en mon endroict, avec offre de mon service’ ..... Te Utrecht is professor Schoock¹⁾, die er zijne familie ging bezoeken, gearresteerd; zijn vader en schoonvader²⁾ zijn borg voor hem gebleven. Dat zaakje kan voor Voetius wel eens leelijk worden. A la Haye, ce 21 d'Aoust 1645, en haste.

1) Martinus Schoock (1614-1669), geb. te Utrecht, studeerde te Franeker en te Leiden, promoveerde in 1636 te Utrecht, werd in 1638 professor in de geschiedenis en welsprekendheid te Deventer en in 1641 in de logica en physica te Groningen. In 1643 deed hij een heftigen aanval op Descartes in het werk Philosophia Cartesiana, sive admiranda methodus novae philosophiae Renati Descartes; deze klaagde hem aan bij den Academischen Senaat en Schoock noemde toen Voetius als den eigenlijken schrijver. - Zie ook No. 4012.
Schoock heeft een onnoemelijk aantal boeken over allerlei onderwerpen geschreven, maar stond bekend wegens zijn slechten levenswandel. In 1666 is hij stilletjes over de grenzen gegaan en drie jaren later gestorven te Frankfort aan de Oder als professor in de geschiedenis en historiograaf van den Keurvorst van Brandenburg.

2) Zijn vader was meermalen burgemeester van Bommel, zijn schoonvader heette Van Merck.