Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

3993. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Het gerucht loopt, dat de Franschen het fort Lincke, met twaalf kanonnen, stormenderhand hebben genomen in het gezicht van Piccolomini, die het niet kon verhinderen; dat zij vervolgens met goeden uitslag een aanval op het Spaansche leger hebben gedaan en nu Mardijk beschieten, dat het niet lang zal kunnen houden. Ook wordt gezegd, dat de hertog van Lotharingen Gent nog niet heeft verlaten, ‘tandis que ces trouppes lorraines faisoyent le diable, et pis, dans tout ce beau païs, la ville de Gand se trouvant remplie en un jour de plus de deux mil chariots, pour fuir ceste tirannie, jamais ne s'estant veu chose pareille aux violences de ces gens là, qui s'estoyent mocquez des bateaux qu'on leur tenoit prests, pour estre transportez de Gant vers Bruges, disans qu'ils n'estoyent nullement las de marcher à pied, et ainsi s'escartans de tous costez au païs comme des furies infernales.’ - De zoon van Dr. Romph²⁾ heeft zeker gehoord, dat zijn vader³⁾ gisteren op ongelukkige wijze is omgekomen. Toen hij een oogenblik alleen gelaten was door zijn bediende, heeft hij een groot stuk opium ingeslikt en men heeft hem niet weer wakker kunnen krijgen. Den laatsten tijd leed hij wel aan verstandsverbijstering. Wien zullen de Staten nu benoemen, want thans is het leger, als 't ware, zonder doctor, ten minste Z.H. en het hof. Au camp à Selzaten, le 25^e Juïn 1645.

2) Christiaan Constantijn Rumpf (1628-1706) was een peetekind van Huygens. Hij studeerde te Leiden in letteren en medicijnen en koos later de diplomatieke loopbaan. In 1660 ging hij met Van Beuningen naar Parijs, werd daar particulier secretaris van den gezant Boreel en in 1668 secretaris van legatie. Van 1674 tot zijn dood was hij resident der Staten te Stockholm.

3) Zie I, blz. 319.