Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

3955. Leonoro Pompei²⁾. (H.A.)

Ik kan u niet zeggen, in welke groote moeilijkheden ik verkeer. De commissaris Hackefort³⁾ weigert mij afschrift te geven van de reden, waarom hij mij gevangen laat houden. Hij schijnt te meenen, dat ik die ruzie heb bevorderd, maar de verklaring van den gevangen soldaat kan het tegendeel bewijzen. Hij zegt, dat hij uitgedaagd werd door een dronken man, die hem een duw gaf, wat tot eene vechtpartij leidde. Er kwamen vele menschen bij en ik zelf ook, om er een einde aan te maken. Wilt gij mij bij Z.H. rechtvaardigen? Di Mastricht, a di 22 Maggio 1645.

2) No. 3955 a-c. Brieven van 3 en 20 Juni en 10 Juli (alle H.A.) handelen over dezelfde zaak.
Zie No. 3951.

3) Johan Hackfort was commissaris van de monstering. (Meded. van den Heer Wakker.)