Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3937. J. van ReedeGa naar voetnoot3). (H.A.)Den admirael, grave van WarwijckGa naar voetnoot4), heeft sijn commissie oock moeten nederleggen ende sal den vice-admirael BattenGa naar voetnoot5) commenderen ende eerstdachs in zee gaen. Hier syn weder drie schippers gecomen, die, met haere schepen ende soutladingen willende naer Ireland, van 't Parlements schepen sijn genomen. Den Coninck heeft aldaer ingenomen Doncarnoncastle of Waterforthaven, sijnde de beste haven in Irelant; oock twee schepen met waepenen, vanhier gesonden naer Irelant, sijn tot Bristoll ingeloopen ende [hebben] die aen den Coninck gebracht. Waller heeft een nederlage gehadt, maer werdt gesupprimeert. Men heeft der Scottsche commissarissen haere brieven opengebroken, waerdoor sij seer sijn gemiscontenteert, als over andere proceduren ende discoursen, waeromme men seijd, dat den canceller vanhier gaedt. Het gebresteGa naar voetnoot6) volck is seer onwillich om tegens den Coninck te dienen; roepen sulxs met luijder stemmen ter plaetsen, daer sij voorbij werden gevoert. Vele oude officieren hebben haere commissien nedergeleijd, omdat sij sonder Essex niet willen dienen. Gistern hebben wij audientie gehadt in het Parlement en ons afscheid genomen; verwachten schepen tot ons transport, allso gheen of weinich in zee zijn. De Heere gheve ons met geluck te comen in ons vaderlant. London, desen 21 Aprilis 1645. |
|