Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3828. J. Van ReedeGa naar voetnoot2). (H.A.)Er wordt bericht, dat Newcastle stormenderhand is ingenomenGa naar voetnoot3), ‘voor de Scotten een seer groote victorie’. De Koning ‘heeft gesimileert van willen nae London’, maar is naar Oxford getrokken, en Essex is bij Reading. De vele regens verhinderen de krijgsbewegingen. ‘Mons.r SabranGa naar voetnoot4) is wedergekeert van den Coningh; syn Mat. heeft toegestaen de commertie op des parlements havenen, mits dat sy toestaen op [s]Coninghs havenen, welck syn E. den speaker heeft geseyt, en oock versocht des parlements resolutie, die antwoorden, soo veel besoenges te syn, dat onmogelyck was daer yets op te connen doen; hy seyde, het te sijn als een refues, en dat hy hem versekerden, dat syn Coningh d'Engelschen de commertie weder sou verbieden. Een alderman, die sustineerde, dat het verboth der commertie aen vreemde naties soude wesen de ruine van Engelandt, is daerom gecasseert. Soo desen winter het advijs aen den Coningh niet wert in t werck gestelt, adieu met hem, en siet toe, onse staat; die law sijn, sullen vwtgespogen worden. Sooals men bevindt in t noorden, soo sal men t in [t] westen mede gewaer worden; sero medicina paraturGa naar voetnoot5). Ick hoop, als het niet vergeet, gelyck ick myn a b niet can vergeten; het is oock tijt, want in de regiering van 't Parlement leyt de ruine van onsen Staat. London, 4 Novemb. 1644. |
|