Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

3780. D. de Wilhem⁴⁾. (L.B.)

De Keurvorst van Brandenburg zal optreden als scheidsrechter in het geschil tusschen Zweden en Denemarken, te gelijk met onze gezanten⁵⁾ en den heer de la Thuillerie⁶⁾. Het is te hopen, dat de quaestie spoedig beslecht zal worden. - Nicht Boudaen⁷⁾ zal a.s. Zondag te Voorburg getrouwd worden; de heeren van Alphen en Coeckebacker⁸⁾ zullen optreden voor Caron. Zij is van plan, dan op uw Hofwyck te gaan slapen. ‘Je ne scay qui la pousse a ce dessein, et m'en doute que ce sera l'invention de la belle Susanne⁹⁾, laquelle de nagueres se trouvant a Leyde a voulu grassaten gaen et faire l'enragee contre les pierres avec l'espee nue parmi des escoliers¹⁰⁾. Considerez s'il n'est pas plus que temps qu'on les envoye aux Indes. Un certain N. Ouwerschie¹¹⁾ qui demeure a Voorburg, fait l'amour a ladite Susanne, a ce qu'on dit. Et c'est

4) Een gedeelte van den brief is uitgegeven door Fruin in zijne Aanteekeningen op Droste, blz. 322.
No. 3780 a. Een briefje van 29 Sept. (L.B.) bevat eene aanbeveling.

5) Zie blz. 72.

6) Zie III, blz. 185.

7) Nl. Constantia; zie blz. 51.

8) Zie blz. 58.

9) Zie blz. 62.

10) Haar broeder Balthasar (zie III, blz. 477) studeerde te Leiden.

11) Nicolaas Jacobsz Overschie was opperkoopman bij de Oost-Indische Compagnie.

[p. 79]

luy qui sera leur conducteur, estant choisi pour commandeur de la flotte des navires qui vont aux Indes¹⁾. Chez luy logeront Messieurs van Alphen et Coeckebacker et il a desja festine sa maistresse ces jours passez. Il importe que ces gens se comportent plus modestement en leur voyage’ ..... Het gerucht gaat, dat graaf Essex eene nederlaag heeft geleden. A la Haye, en haste, ce 28 de Sept. 1644.

1) Den 9^den November zijn de schepen met mooi weer uitgezeild (vgl. Gedichten, IV, blz. 4).