Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3757. VondelGa naar voetnoot4).Ick ben noch in uwe E. schult voor de paspoorten ten dienst van myne dochterGa naar voetnoot5) het verleden jaer, door den heer Wickevort my toegezonden, behalven andere genoten gunsten, die ick wenschte te verdienen; nu zyn my door zekeren Bruno uwe E. luchtige en geestige buitensprongenGa naar voetnoot6) toegezonden, die ick met vermaeck hebbe gelezen, en verwondert blyve, dat uwe E. zonder tyt noch zooveel tyts vindt; dan uwe E. aengebore lust kan zich niet spanen van de hengstebron, die u noch meer schynt te smaken dan alle hoffelycke weelden en leckernyen. Nu hebben zommige liefhebbers en Mecenaten der Nederlantse Poesye myn kleine verstroide | |
[pagina 71]
| |
gedichten byeen versamelt en doen druckenGa naar voetnoot1), waervan ick uwe ed. hier een exemplaer toezende, hoewel het slechts verwarmden kost is ten meestendeel. Onder het drucken voeghde ick er noch eenige grafschriften by, waeronder een is van uwe zal. gemalïnGa naar voetnoot2), uw lelie of rooze, behalven hare lyckklaghtGa naar voetnoot3), uwe Ed. voor dezen gezonden. Ick wenschte gelegenheit te hebben, om my over uwe Ed. goetgunstigheit te mogen wreken; ondertusschen bidde ick Godt, uwe Ed. en zyn Hoogheit te willen spare ten gemeenen beste, en blyve ..... 't Amsteldam, 1644, den 16 van Herfstmaent. |
|