Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3749. C. MuschGa naar voetnoot6). (H.A.)Het ontcijfferde gaet hierneffens, om off het mochte sijn, dat daerin ijetwes anders ofte meerder stack als in den brieff aen Sijn Hoocheijt: ‘Soo deselve oordeelt, dat in t' stuck van de manifestenGa naar voetnoot7) ijetwes dient gedaen te worden, sal t' selffde dienen in Hollandt beleijt ende vastgestelt te worden, | |
[pagina 68]
| |
omdattet schijnt, dat de Kercke in die provincie meest wert beherticht.’ Hier is rumor in casa geweest, dat de Heeren gedeputeerden te velde niet eer als gisteren de capitulatie van het Zas en hebben overgestuirt. Ondertusschen was in eventum geresolveert t' geene men op soodanige gelegentheijt gewoon is te doen, als breeder in den publijcquen brieff aen Sijn Hoocheijt te sien is. Het voorss. rumoer ontstont daeruijt, dat den boeckdrucker BreeckveltGa naar voetnoot1), eijgener authoriteijt, de voorss. capitulatie hadde doen translateren uijt de Fransche in de Nederlantsche taleGa naar voetnoot2) ende bovenaen geset het waepen van de Generaliteijt, bij hem gecontrefeijt, waerover een scherpe resolutie tegens hem is genomen. Doch off deselve bij mijne Heeren van Hollandt, wiens ingeseten hij is, ter executie sal werden geleijt nae sijne forme ende inhout, sal ons den tijt moeten leeren, alhoewel sij daerinne mede hebben geconsenteert. Hage, den 11e September 1644. |
|