Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

3652. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Z.H. is weer iets beter en heeft geen erge pijn. ‘Hier il se fit mener en carosse du long de tous les ouvrages, qui vont se reparans et redoublans de telle sorte, que c'est tousjours grand' merveille à veoir’. Onze sloepen zijn van Grevelingen teruggekomen⁴⁾ en zullen nu hier gebruikt worden aan de zeezijde. De vijand trekt zooveel mogelijk troepen bijeen, zelfs de matrozen van zijne oorlogsschepen op de Schelde. De vijftien compagnieën van graaf Hendrik en ééne van Wesel zijn op weg hierheen. Au camp devant le Sass de Gant, le 3^e d'Aoust 1644.

4) Zie III, No. 3532, 3535.