Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3631. J. van ReedeGa naar voetnoot3). (H.A.)De Coninginne, maer 15 dagen verlost synde, is gegaen nae Pendennis Castel by Falmouth, latende de jongst geboorne princesse binnen Exeter met een garnisoen van 4000 man; prins MauritsGa naar voetnoot4) is daerontrent met 6000 en noch een ander van wege die geassotieerde provintien met 5000; EssexGa naar voetnoot5) is daerontrent, maer men hoort niet wat hy doet. Nadat de coronel WallerGa naar voetnoot6) enige regimenten hadt affgeslagen en syn 13 stucken becomen, heeft door enige paerden Greenlandhuys op de Teems doen ontsetten en [is] gegaen, soo men seyt, nae Worster en voorts noortwaerts. Of Waller sou volgen, of hem eerst verstercken, weet men niet. De generael majoor BruijnGa naar voetnoot7) alhier, een coolcoper, gaet nae Oxfortshire, om die excursien te beletten. Prins RobbertGa naar voetnoot8) is twe dagen met syn leger in en om Jorck geweest en [heeft] den 13/3 bataelije gelevert en sijner partije linckervluegel, bestaende in ManchesterGa naar voetnoot9) en FairfaxGa naar voetnoot10) sijn forces, geruineert; daernae, seyt men, als syn volck was aen t plunderen, dat LesleijGa naar voetnoot11) daerop was gevallen en hem gants geruineert, canon en bagagie becomen [heeft]; dit laeste is ons geseyt, dat de generaels voor Jorck en den gantschen handel hadden geschreven, en dat het in druck sou comen, maer men verneemt dat niet, maer wel een particulier scrift sonder naem, soodat wy hier seer ongelovich worden. Mons. SabranGa naar voetnoot12) quam huyden acht dagen van Oxfort; | |
[pagina 11]
| |
sey, dat men aldaer over prins Robbert syne victorie danckten en vierden, waerover men hier seer te onvreden is en men het hem heeft doen aenseggen, maer een Fransman het spreken te beletten is niet te doen, als met het vwtsnijden van de tonge; hy is by ons en wy by hem geweest en mercken, dat veel spreken syn leven is. Alle dagen brengt men hier op nieuwe scepen, gisteren een van de LamsensGa naar voetnoot1), tot Vlissingen geladen met cooren, willende nae Dublin, om de versmachte protestanten te subleveren. Mij wort geadviseert, dat dit in Hollandt oogesalve wort, en beginnen enige seer claer te sien; het waer te wenschen, dat sy de Westphalingers hadden geslacht, die maer seven dagen blint syn, maer men seijt, soo ijmant aldaer acht dagen blint is, die siet daernae te scherper. Het schrijven aen S. Hoogh.t, als het raeckt de proceduren van 't parlement, hoopen wij, uit het leger aen de Staten Generael sal werden gecommuniceert, om het te brengen secrete aen TGa naar voetnoot2), en soo T niet toesiet, actum erit. Huyden hebben wy tandem audientie gehadt by het parlement en in t ingaen geen gebreck van roock van toback. Sullen voorders aenhouden om antwoort. London, 22 July 1644. |
|