Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3581. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Sedert eenige dagen hebben wij geene brieven gehad uit het leger voor Grevelingen, maar wij hooren, dat het goed gaat en dat de beide einden der omwalling aan de zijde van de haven elkander bijna raken, terwijl onze sloepen het overige doen. Van den zeekant is dus geen ontzet te vreezen. Het leger houdt zich uitstekend en de vrijwilligers zijn bijzonder moedig. ‘On s'y louë grandement des ingenieurs, charpentiers et autres gens du mestier que S.A. y a envoyez, veu qu'en deux jours ils achevent plus de besoigne que les leurs n'en pouvoyent fournir en dix. Qu'au moyen de leur industrie M. de Gassion avoit le premier passé son pont, et logé sur la contrescarpe - s'entend de la demy lune, et non de la ville, comme on en avoit parlé premierement - à la grande jalousie de M. le grand maistre’Ga naar voetnoot3) ..... Hierbij gaat het verhaal van de ceremoniën bij het lijk van de gravin de SoissonsGa naar voetnoot4), volgens een bericht uit Parijs. - Het weer is nu mooi en warm. ‘S.A. comprend bien que les terres que vent M. le comte de CulemburghGa naar voetnoot5) seroyent fort à sa bienseance, mais ne croid pas avoir en caisse de quoy fournir à un si hault prix’. Au camp à Maldeghem, le 4e de Juïllet 1644. |
|