Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3573. J. Brosterhuisen. (L.B.)De brengher deses is Antoni Aukema, mijn swagher; sijn grootvader was die Aukema, daer de heer Hooft van verhaeldt in het 20e boeck sijner HistorienGa naar voetnoot2), die in 't jaer 1584 een verrader melde, die op 't leeven van mijn Heer Prins Willem h.l. memorie toeleijde; hetwelck hem sijn leeven, en sijn vrouw en kinderen haer welvaren coste, want hij was licentmeester tot Middelburgh. Dan de H.M. Heeren Staten beloofden doe ter tijdt aen de weduwe des vermoorden dien goeden dienst te sullen erkennen, met aen haer soon - als hij tot sijn jaeren soude ghecomen sijn - die, of dierghelijcke gheleghentheijdt te gheven, hetwelck noch niet gheschiet sijnde, soo coomt mijn swagher hetselve weder haere H.M.en alsmede sijn Hoocheijdt erinneren, en tot dien eijnde versocht hij van mij dit voorschrijven aen U. Ed., om toegangh tot haer gunst te moghen hebben ..... In Amersfoort, den ...Ga naar voetnoot3) Junii 1644. |
|