Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3456. N.N.Ga naar voetnoot4) (K.A.)De plotselinge komst van het Zweedsche legerGa naar voetnoot5) heeft een einde gemaakt aan de samenkomsten van de gereformeerden in een dorp, dicht bij de stad gelegen. Sommigen waren bang voor de soldaten, die in een burgeroorlog gewoonlijk niet goed gedisciplineerd zijn. Onze stedelijke magistraat had die samenkomsten toegestaan en de uwen kwamen rustig bijeen, zonder dat iemand zich er aan ergerde. Maar nu zijn onze predikanten drukte gaan maken, de hervormden gaan uitschelden en grooten haat gaan zaaien. Ook | |
[pagina 460]
| |
heeft één van hen den vorigen zomer een boekje uitgegeven, waarin allerlei beschuldigingen staan tegen uwe voorvaderen, terwijl toch velen onzer bij ulieden vroeger bescherming hebben genoten. Hij scheldt u uit voor anabaptisten, vindt, dat de hertog van Alva in zijn recht was, en dat de dood van den grooten Willem den Zwijger op uw eigen hoofd neerkomt. Waar moet dat heen? Moet zoo iets niet tegengegaan worden? Wij, die oprechte Lutheranen zijn, waarschuwen u. Hamb[urgi], postrid. Cal. (2) Febr. Anno 44. |
|