Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3345. R. van NaerssenGa naar voetnoot7). (L.B.)Dese ingeleyde gelieft aen Sijn Hooch.t te behandige. Ick vermeene, Godt willende, op Wonsdach den 5 deser voor de haven van Bochout te syn ofte daerin, ende sal alles mede hebbe. Mijn dunckt, niet ongerade was, U Edel geliefde een oude rijrock te senden, een peert ende twee ofte meer ruijters, om bij avont bij Syn Hooch.t onbekent te comen ofte by UE, alsoo seer gewichtige rede hebbe om sulckx te versoucke, die ick, Godt willende, U EE mondelinck wel sal verhaelen. Ick sy ten huize van cap[itein] Flups Joosten Vereycke gelogert tot Middelborch; schryve dit om, ofte UE itwes aen mijn begeerde te schrijve, conde onder covert geschien, want soo tijt(?) als eenige brief aen mijn wert geschreven, soo is t daetlyck door t hoof, soo van de boode als andre. Mijnheer, U EE moet dit mijn ten goede afnemen, alsoo ick bij U EE | |
[pagina 420]
| |
commende ten vollen sal contentement doen ..... Den 2 Agust. 1643, Middelborch, ten 10 uuren. |
|