Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

3282. J. de Knuijt³⁾. (H.A.)

Wij zijn gisteren met de meeste schepen voor Dordrecht gekomen en er tot mijn spijt blijven liggen. De orders van Z.H. zal ik opvolgen. De vice-admiraal Jan Evertsen⁴⁾ recommandeert zijn zwager Pieter Gorcum, zoon van den bekenden kapitein, voor den post van kapitein van een fregat en ik heb beloofd hem te helpen. Gorcum is ‘een gansch bequaem jonckman’; wilt gij ook iets voor hem doen? De schipper Corn. Reinst, door Zierikzee ‘genomineerd’, verdient tegenover Gorcum niet in aanmerking te komen. Ontrent de Kille, den 20^e Junij 1643, s'morgens ontrent 10 uijren.

3) No. 3282 a. Een briefje van 2 Aug. (H.A.) is geheel onbelangrijk.

4) Zie II, blz. 186.