Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3252. J. de KnuijtGa naar voetnoot1). (H.A.)Gister avondt met de andere gedeputeerden hier aengecomen, hebbe de saeken in soo difficilen standt niet gevonden, als sommige mij aldaer hadden wys gemaeckt; van myn verwacht succes geeft een yder apparente hope, doch niemandt sekerheyt; naer de audientie, die ons op morgen ontrent thien uijre toegeseght is, sullen wy klaerder konnen sien ende met beter fundament oordeelen. Gelyck aldaer ende meest door alle de provincien, soo hebben oock hier de verkeerde ende valsche impressien onder groote ende kleyne sinister gedachte veroorsaeckt ende d'opgeworpene bekende instructie voor een souverain point ende heijlsaem preservatyff doen estimeren. Doch nu - soo ick verneme - beginnen eenige van de heftichste broeders door andere brillen te sien, sulcx dat ick vertrouwe, ten regarde der voorss. saecke met een dilatoir sullen gerenvoyeert werden. Over de versorginge van de custschepen heeft de provincie, soo het schijnt, t' beste voorgenomen ende geresolveert ons met redelyk contentement te bejegenen; ick oordeele met vele andere, dat Syn H.ts overcompste hier veel goets ende groot contentement soude veroorsaeckt hebben, insunderheyt indien desselfs dispositie ontrent desen tyt van de vergaderinge sulcx hadde gepermitteert. Indien eenige commoditeyt voorvalt, sal Uw Ed. morgen naer de voorss. audientie van t' succes adviseren. Uijt Aer[n]hem, den 12 Maij 1643. |
|