Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3244. E. PuteanusGa naar voetnoot3). (L.B.)Onlangs zond ik u mijne Elogia op de vier PhilipsenGa naar voetnoot4) en nu gaat hierbij mijn werkje De anagrammatismoGa naar voetnoot5). Ik heb daarin ook schuilnamen gebruikt. Eén mijner vijanden wordt Raselramius genoemd, gij Hegynus, terwijl Salmasius, Heinsius, Scriverius, Vossius en Barlaeus worden aangeduid als Maliassus, Hisenius, Eriscurius, Ovissus en Arbelaus. Terwijl het werkje gedrukt werd, zond Caramuel Lobkowitz mij het Brevissimum Cabalae SpecimenGa naar voetnoot6). Wendelinus heeft Anagrammatismi arcanorum coelestium geschrevenGa naar voetnoot7). Lovanij, in Arce, IV Kal. Majas (= 28 Apr.) M.IƆC.XLIII. |
|