Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3148. D. de Wilhem. (L.B.)Uit Calais wordt bericht, dat Perpignan zich den 4den heeft overgegeven. ‘M. Boswel ne m'a communique chose quelconque de ce que je luy avois demandéGa naar voetnoot3); je ne luy parleray plus. Il me fasche d'avoir prodigue tant de paroles et vostre recommandation et n'avoir recueilli au moins quelque faveur honneste et legitime. Je me remets donc de ceste recerche, puisque j'ay ce malheur d'avoir affaire avec des rustres’. Boswell heeft bij de Staten van Holland bewerkt, dat twee schepen met ammunitie in Helvoetsluis of den Briel zullen worden tegengehouden. Dat is o.a. opgedragen aan Conradt Ruysch, ontvanger van Z.H.Ga naar voetnoot4); deze had dat niet op zich moeten nemen. Als het een verzoek | |
[pagina 348]
| |
was geweest van het Parlement, was het iets anders. De afgevaardigde van het ParlementGa naar voetnoot1) stelt verschillende dingen voor, die Z.H. raken, en het is niet goed, dat dat alles bekend wordt. ‘Car cela peut rendre odieux nostre maistre. Le peuple et plusieurs magistrats des villes ont de l'affection pour le Parlement. Vous scavez d'ailleurs que la prinse d'armes de ceux du Parlement en ceste occurrence des affaires d'Angleterre est une action bien grande, et qu'on mesle la religion, la liberte, et les loix et privileges en ceste action, et qu'on forme la dessus la question si elle n'est pas moins juste’. Alle Engelsche geschriften worden hier vertaald en alle dominees zijn voor het Parlement. Er is dus groote voorzichtigheid noodig. 13 de Septemb. 1642. |
|