Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

3099. T. Volbergen. (L.B.)

De zaak is dus in Amsterdam in orde gekomen. Ik ben er heen geweest en Bartolotti⁸⁾ heeft mij ƒ 100.000 ter hand gesteld, ‘die op ordre van de H.^r Goring⁹⁾ in blanco syn ingeschreven’. Het is wel erg, dat er 7% geeischt wordt. En er is op die voorwaarden verder geen geld te krijgen, terwijl Z.M. binnen acht dagen ook de verdere ƒ 200.000 moet hebben. ‘Ick sie geen naerder middel off expedient als by aflossinge van capitalen’, en schrijf daarover aan Z.H. Men kan daarvoor de obligaties gebruiken, waarvan hierbij eene lijst gaat¹⁰⁾. Don Guillielmo van Portugal¹¹⁾ te Parijs vraagt om ƒ 10.000. Hage, 9 Augusti 1642.

8) Zie II, blz. 46.

9) George, lord Goring (1608-1657), werd kolonel in Hollandschen dienst en werd ernstig gewond bij het beleg van Breda (zie II, blz. 292). Naar Engeland teruggekeerd, pleegde hij verraad tegen het Parlement, door Portsmouth aan den Koning over te geven (Sept. 1642). Daarna wierf hij troepen in Noord-Holland, werd luitenant-generaal der ruiterij van den Koning, maar in 1645 door Fairfax verslagen bij Langport. Hij week uit naar Frankrijk, daarna naar Spanje en stierf te Madrid. Goring was een volkomen onbetrouwbaar man.
Misschien is hier ook zijn vader, George Goring, graaf van Norwich (1583-1663), bedoeld. Hij was een ijverig cavalier, werd gevangen genomen en ter dood veroordeeld, maar vrijgelaten, en volgde Karel II in zijne ballingschap.

10) Die lijst is aan den brief toegevoegd.

11) Zie beneden.