Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3019. J. SherwoutersGa naar voetnoot4). (K.A.)Uwe Ed. schrijven van 9n deses, beneffens den brief van Zijn Hoocheijt, gisteren avont laete ontfangen hebbende, zoo ben ick op huyden voor den middach geweest int magazijn, daer de stucken van Zijn Hoocheijt werden bewaert, ende hebbe de twee halve cartouwen gesien, tot dewelcke zyn drie affuyten met drie voorwagens, alsmede wissers ende aensetters, maer geen kogelsGa naar voetnoot5), dewelcke, naert seggen van Wouter van der Meulen, bewaerder van Zijn Hoocheyts geschut, vuyt het magazijn tot Delft, op acte van de Rade van State, zouden moeten werden gelicht, ofte van Nimmegen wederom terugge werden gesondenGa naar voetnoot6); den voorn. Van der Meulen, aen denwelcken ick niet en heb gesegt, wat men met de voorn. stucken voor heeft, zeyde mede, dat, als men met deselve stucken soude willen marcheren, dat daertoe van nooden zouden zijn twee lamoentuijgen complet, twee lamoenreepen, met sesendartich paer dicke strengen ende sesendartich gareelenGa naar voetnoot7), dat alles vuyt het magazijn tot Dordrecht zoude moeten werden gelicht, mede op acte van den Rade van StateGa naar voetnoot8), ofte soude mede van Nimmegen moeten werden gesonden. Uwe Ed. zal nu zooveel believen te doen ende vragen aen Zijn Hoocheijt, of deselve gelieve, dat by de twee halve cartouwen alle tgene voorssegt is werde gedaen, ende of ick om alle hetselve te bekomen vuyt de voorn. magazijnen acte van | |
[pagina 294]
| |
den Rade van State zal versoeckenGa naar voetnoot1), ofte dat die van Nimmegen herwaert zullen werden gesonden, alsmede of men, bij alle tgunt voorssegt is, niet en sal doen den bockGa naar voetnoot2) om de stucken met op te lichten, die jegenwoordich int voornoemd magazijn van Zijn Hoocheijt in voorraet is. In de missive van Zijn Hoocheijt wert wel mentie gemaect van hondert cogels tot ijder stuck, maer van geen poijer; bijaldien Zijn Hoocheijt verstaet, datter poijer mede gelevert zal werdenGa naar voetnoot3), soo sal men dienen te weten, of men dat tot Delft vuyt het magazyn aldaer mede zal lichten, ofte dat het van Nimmegen zal werden gesonden. Noch soude ick gaerne weten, of Zyn Hoocheijt goet vindt, dat men zal laten volgen aen dengenen, die de twee halve cartouwen zoude komen afvorderen, de voornoemde drie affuyten met de drie voorwagensGa naar voetnoot4), of alleenlyck van elcx twee stucx, ende hierop metten eersten antwoorde verwachtende, blijve ..... In 's Gravenhage, den 11 Junij 1642. |
|