Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2990. J.A. BanniusGa naar voetnoot2). (L.B.)Ik heb de boosheid van dien Franschman gezien en er om gelachen; in het vervolg zal ik mij echter niet storen aan hetgeen van die zijde komt. Wat men zegt, wordt toch op hooghartige wijze ter zijde geschoven. En dan doen zij ook, of niemand iets van Fransch afweet. - Maria Schurman heeft mijn brief aan den heer Hooft laten lezen en deze schreef mijGa naar voetnoot3): ‘Si musicae gnarus forem, non vererer statim tuis accuratissimis pronunciationis musicae legibus secure subscribere’. Hij heeft dan toch mijne redeneering wel begrepen. Met die Franschen wil ik niets meer te doen hebben. Harlemi, Kal. (1) Majis CIƆ.IƆC.XLII. ‘Anatomiam istius cantilenae data occasione transmittam; nunc in opusculo occupor.’ |
|