Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2945. A. Vorstius. (L.B.)Hierbij gaan de Hollandsche gedichten van J. Revius, die hij u zelf aanbiedtGa naar voetnoot6); bij vergissing heb ik het pakje open gemaakt. Kunt gij den jongen HeereboortGa naar voetnoot7) niet gebruiken bij de opvoeding uwer kinderen? Golius en Heinsius laten u groeten; zij zijn juist bezig het geld, dat zij als rector en secretaris van het recenseeren der studenten krijgen, te tellen en te verdeelen. Ik ben dit jaar assessor en verdien daarmee vier pond Vlaamsch. Lugd. Bat., A.o CIƆIƆCXLII, XI Febr. Kunt gij ook iets doen voor WaterlaetGa naar voetnoot8), ‘un petit galant moine reformé’, dien gij reeds kent? Door de gunst van Z.H. zou hij zijn vaderlijk erfgoed kunnen krijgen. De heeren Van der Myle en Cats willen ook voor hem werken. |
|