Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2942. J. BrosterhuisenGa naar voetnoot4). (L.B.)Van den advocaat OyensGa naar voetnoot5) hoor ik, welken aanslag gij op mij wilt doen. Ik schik mij geheel naar uw wil en laat alles aan u over, want gij zult iets dergelijks niet beginnen zonder kans op een goeden uitslag. Met mijne vertaling van Vitruvius ben ik gevorderd tot de helft van het laatste boek. De heer van Campen raadt mij aan, daarna het laatste boek van Palladio, over de tempels der oudenGa naar voetnoot6), te vertalen en dan de laatste hoofdstukken van het voorlaatste boek over de publieke gebouwen; dat zou dan achter de vertaling van Vitruvius gedrukt kunnen worden, tenzij gij dat niet goed vindt. ‘Mijn WottonGa naar voetnoot7), die de voorlooper van Vitruvius moet weesen, is ghereedt om gedruct te werden, maer hij heeft alleen ghewacht nae een verhael van den oorsprongh der bouwcunst, dat de heer Campen ontworpen heeft ende, t'en waer door belet van siecte, desen winter soude opghemaect hebben; dan nu beter te pas sijnde, sal sijn E. daeraen vallen’ ..... Amersfort, den 6 Febr. 1642. |
|