Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2905. P.C. HooftGa naar voetnoot2). (A.B.)De pers gaat nu in arbeidt, om twintigh boeken mijner Historiën, eindighende met 't overlijden van wijlen Prinse Willem hooghl. gedachtenisse, ter wereldt te brengenGa naar voetnoot3). Welke dochter ik wel wenschte zijner Hoogheit toe te wijen, zoo de wensch niet te vermetel waare, ende bid derhalven U. Ed. Gestr. - die 't gelieve dit aenverghen voor andren in duister te laaten - eens t'onderstaan, oft dezelve zulx met goeden ooghe zoude kunnen aanschouwen, dan oft zij liever zaaghe, dat ik mij dies onthielde. Indien 't zijn' Hoogheit niet onaangenaam zal zijn, dat ik ze haar opdraaghe, zoo heeft U. Ed. Gestr. van mij, des verwittight, een ontwerp des briefs van toeeighening te verwachten, om door U. Ed. Gestr. ijetwes verschikt en opgetooijt te worden, naar de tits van 't hof. Nieuwe moeite, die ik nochtans vertrouw, dat mij ten beste zal afgenoomen worden, zoo vastelijk als U. Ed. Gestr. vertrouwen magh, eeuwelijk te willen weezen ..... T'Amsterdam, den 7en van Slaghtmaant 1641. |
|