Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2847. J. de KnuijtGa naar voetnoot10). (H.A.)Hierneffens gaen de pointen, daerop de Heeren Staten van Seelant tegens | |
[pagina 228]
| |
den 10en deses beschreven werden; alsoo den tijt kort is, versoucke door Uw Ed. directie voor den aenvangh van de besoignes daerop mach gelast werden. Syn Hoogh.ts brieven ter veranderinge van den magistraet [van] Middelburg verleden Maendage geopent [zijnde], ende het collegie van de wette, nu nieuwelyck aengestelt volgens t'oude gebruyck, procederende tot remplacement van de vacerende raetsplaetsen [van hen], die tot schepen syn vercoren, daertoe men gewoon is ordinaris de affgaende schepenen t'imployeren, hebben drije van de outste wethouders verlaten ende in haere plaetse de drye vercoren, die [sy] nu uijt de gemeente tot schepenen hadden voorgestelt, ende by Syn Hoogh.t voorby syn gegaen. Ten aensien sulcx nu eenige jaren selfs aen de burgemeesters ende notabelste van t collegie gepractiseert hebbe[nde] ende eenige geringe luyden daertegens in genomen, worden de voors[segde] actien van den autheur by geestelycken ende wereltlycken gedesavoijeert ende scherpelyck tegengesproken; de weerelt keert hy averechts om; die voor desen gehaet, nu gelieft ende gejustificeert [zijn], ende die voor desen gelieft, nu in bedencken geraeckt’ ..... Middelb[urg], den 5en Septemb. 1641. |
|