Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2757. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

De vijand is naar Venlo teruggetrokken. Nog steeds komen zich vele Portugeezen overgeven. Onze loopgraven zijn dicht bij de contrescarp en morgen

[p. 186]

begint men met het afvuren van geschut. - Brieven uit Londen, die Z.H. heden ontving, melden, dat de Koningin Moeder¹⁾ spoedig zal vertrekken. De heer Craven²⁾ meldt ook, dat de bisschoppen in het Hoogerhuis zullen blijven, en dat het Huis der Gemeenten de zaak der zoogenaamde samenzwering nauwkeurig zal onderzoeken. In Schotland moet eene partij tegen het Covenant gevormd worden; de graven Montrose³⁾ en Traquaire⁴⁾ zijn gevangen genomen. - Z.H. gaat tegenwoordig vroeg naar bed, maar is 's morgens om 4 of 5 uur al in de loopgraven. - De jonge Engelsche Prinses zit voor den schilder. Van avond werd aan den heer Desloges⁵⁾ de dood bericht van zijne moeder, ‘que j'ay subject de regretter, pour avoir esté souvent honoré de ses belles lettres’. Au camp à Offelen, le 2^e de Juillet 1641.

1) Maria de Medicis, die geruimen tijd in Engeland bij hare dochter, Koningin Henriette Marie, vertoefd had.

2) Zie II, blz. 485.

3) James Graham, markies van Montrose (1612-1650), was eerst tegen den Koning, maar koos in 1641 zijne partij en werd één der beste zijner generaals in den burgeroorlog. In 1646 vluchtte hij naar Frankrijk. In 1650 met, eene expeditie teruggekeerd, werd hij gevangen genomen en opgehangen.

4) Sir John Steward, graaf van Traquair († 1659), was sedert 1636 ‘lord high treasurer’ van Schotland.

5) Zie I, blz. 462.