Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2754. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Z.H. was gisteren en heden al heel vroeg in de loopgraven. De vijand heeft zich verschanst op een half uur afstand van de Maas. Dagelijks komen er vele overloopers, die klagen over de armoede en den honger, die in het leger worden geleden. Op hunne versterkingen hebben zij kanonnen opgesteld, | |
[pagina 185]
| |
wat meer wijst op verdedigen dan op aanvallen. - In de brieven uit Frankrijk wordt niets gemeld over den aanval, dien de Kardinaal Infant zou hebben gedaan op het kamp van Arien. Daarentegen moet de markies de GesvresGa naar voetnoot1) een konvooi van 1500 wagens in het gezicht van den vijand naar het kamp gevoerd hebben. De gouverneur van Arras heeft, zegt men, nog eene plaats ingenomen. Au camp à Offelen, le 29e de Juin 1641. |
|