Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2747. Aan J. van Beverwijck. (K.A.)Waarom hebt gij mij uwe beide boeken, van welke het eene over Dordrecht handelt, niet eerder toegezondenGa naar voetnoot4)? Wat voor dingen heeft Salmasius u al niet voor de voeten geworpen! Hij moet en zal altijd in alles de eerste zijn; maar juist daardoor zegt hij telkens onjuiste dingen en moet dikwijls veeren laten. Gij hebt het aphorisme zeer scherpzinnig uitgelegd, al kan men er iets anders uit lezen. De andere tegenstanders blijven echter goede vrienden en vallen niet op zulk eene wijze aan. Ad GennepamGa naar voetnoot5), 25 Junij 1641. Deze brief moet uwe studeerkamer niet verlaten. |
|