Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2628. J. Cabeljauw²⁾. (L.B.)

Hierbij zend ik u mijne inaugureele rede, die spoedig door eene ‘dissertatio’ gevolgd zal worden. Amstelodami, X Febr. MIƆCXLI.

2) No. 2628 a. Een brief van 18 Sept. (L.B.) bevat eene aanbeveling. - Zie I, blz. 288.
Den 2^den Jan. 1641 hield Cabeljauw als professor in de rechten te Amsterdam zijne intreerede De praeparamentis Juris. Vroeger had hij een paar bundels brieven en een werkje over interpunctie geschreven; dit gaf Huygens aanleiding tot het dichten van het vers: In I.C. orationem inauguralem et de ratione interpungendi libros XX. incerti (vgl. Gedichten, III, blz. 157), van 12 Maart. Cabeljauw kreeg in 1645 zijn ontslag als professor, omdat er niemand op zijne colleges kwam. Hij vertrok toen naar Zweden, waar zijn vader ambten bekleed had, werd burgemeester van Gothenburg en in den adelsstand verheven. Cabeljauw stierf in 1652.