Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 131]
| |
2602. R. van NaerssenGa naar voetnoot1). (B.M.)Wij hebben vroeger in het schip van Z.H. gesproken over zekere kaart, waaraan toen nog het kasteel ontbrak. Gij dacht haar toen uit Amsterdam te zullen krijgen. Ik zou daar gaarne iets naders van hooren en wil wel overkomen, ‘om te doen soodanige openinge van deselve pla[e]tse, daer syn Hoocheit met de hulpe godes geen kleynen dienst sal aen geschiede, te meer alsoo U Ed selve ten deele heeft ietwes gesien, daerdoor ick claerder openingen sal connen doen, ende ick myn gemoet niet can gerust stelle, als niet hebbende deselve soodanich voorgestelt, als t wel behoorde naer de gewichticheyt derselve sa[e]cke’. 24 Decemb. 1640, Rotterdam. |
|