Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2483. D. de Wilhem. (L.B.)Ik hoop, dat Z.H. de zaak zal doorzetten. Hunsingo en Fivelingo keuren de handelwijze der Friezen af en zijn voor den Prins; het Westerkwartier moet nog een besluit nemen. Van daag zijn de brieven aan de Staten, door de heeren van AernhemGa naar voetnoot2) en RijnswouwGa naar voetnoot2) te Groningen geschreven, aangekomen. Ik hoop, dat de gedeputeerden de zaak goed zullen behandelen met de stad. Harlingen, Sneek en Dokkum zullen zich aan de Staten richten, om het recht te verkrijgen, hun eigen magistraat te verkiezen, evenals Leeuwarden; het is te hopen, dat Z.H. niet weer zoo goedig zal zijn als indertijd tegenover graaf Hendrik. Als het in Groningen goed gaat, zal graaf Willem wel een toontje lager zingen. De la Haye, ce 13 d'Aoust 1640. |
|