Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2481. H. BrunoGa naar voetnoot4). (L.B.)Ik heb aan mijn vader geschreven, dat het schoolmeesteren mij tegenstond, en hij heeft mij begrepen. Aan MirkiniusGa naar voetnoot5) heb ik geschreven over het aanstellen van een predikant te Zuylichem, maar nog geen antwoord ontvangen. Ik weet een heel geschikten jongen man voor dat ambt. Volgens uw voorschrift zijn wij begonnen met Pontanus en niet Caesar. Constantijn heeft een Latijnsch gedicht geschreven. Lodewijk is bezig met Comenius en ReidGa naar voetnoot6). Hagae Com.Ga naar voetnoot7). |
|