Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2450. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Het leger is gisteren ingescheept; Z.H. is op zijn nieuw jacht gegaan en van morgen om vier uur hier aangekomen. Volgens gewoonte logeert hij in het mooie huis van den markies. - ‘A l'entrée de la ville, S.A. apprit aveq desplaisir, que partie de la cavallerie ayant esté envoyée devant et logée à | |
[pagina 65]
| |
Wouw, ceste nuict plus de trente cavalliers et chevaux de la compagnie de M. le comte Henri de NoordhollandeGa naar voetnoot1) ont esté surprins et amenez par une partie de 200 fantassins de l'enemi, par faulte d'assez bonne guarde, comme disent les officiers generaulx, bien que le lieutenant s'en excuse et defende aveq assez d'apparence’. - Uit Antwerpen wordt bericht, dat de Kardinaal Infant met de Lotharingsche troepen en met die van BecqGa naar voetnoot2) en Don Philips de SilvaGa naar voetnoot3), ten getale van 13000 ruiters en 22000 man infanterie, den berg S.t Eloy bezet heeft, vanwaar hij de konvooien van het Fransche leger kan belemmeren. - Waarschijnlijk kunnen wij morgen nog niet verder trekken. De secretaris Junius is naar den Haag, om zijn gewonden zoon te bezoekenGa naar voetnoot4). Uit Antwerpen wordt gemeld, dat de vijand over de brug bij die stad is getrokken. Ook loopt er een gerucht, dat de vijand een aanslag op Wesel in den zin heeftGa naar voetnoot5). A Berghe sur le Zoom, ce 16e de Juïllet 1640. |
|