Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2440. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Gisteren ben ik 's morgens om zeven uur uit Rotterdam gegaan; na zonsondergang kwam ik in den Polder van Namen en toen te paard om half elf bij het verblijf van Z.H., die uit was om bevelen te geven, maar om één uur terugkwam en zeer verwonderd was, mij zoo spoedig terug te zienGa naar voetnoot4). ‘D'abord comme S.A. eust leu les lettres de V.A. et de M. de Sommelsdijck, elle se fit mettre au lict, et y entendit mon rapport tout au long, à quoy je ne pûs adjouster pour l'heure que la lecture des nouveaux articles, S.A. accablée de sommeil - car le jour venoit - remettant l'instruction à ce matin. Enfin ayant bien entendu et resumé le tout, [S.A.] s'est declarée fort satisfaicte de la besoigne, n'y reprenant que fort peu de chose, et quasi partout en conformité des opinions de V.A. et de ce que j'avoy osé y adjouster ou advertir du mien. De sorte que pour les sommes S.A. demeure condamnée, et contente de sa sentence, apres quoy j'espere que le reste sera fort facilité en Angleterre. Ceste apresdisnée S.A. m'a encor envoyé communiquer le tout à M. Terestein, qui pareillement y a trouvé beaucoup de goust; de sorte qu'à ce soir seulement j'ay eu ordre pour demain, de raccommoder les endroicts où S.A. a passé ce peu de censure, pour aussitost mettre le tout au net et envoyer la depesche au S.r de Heenvliet’. Onze Spaansche gevangenen zijn teruggezonden. De heer van FrankenburgGa naar voetnoot5) is geheel gezond teruggekeerd, maar Wagheman, zijn luitenantGa naar voetnoot6), is gisteren aan zijne wonden gestorven. De Schotsche ritmeesterGa naar voetnoot7) zal er wel bovenop komen, maar de geneesheeren maken zich zeer ongerust over graaf Hendrik. Het leger staat gereed, om te vertrekken, maar bijna 200 schepen zitten vast in het zand, zoodat wij moeten wachten op den springvloed van de volgende week. Zoodra de brief voor Engeland gereed is, zal ik er Uwe Hoogh. van in kennis stellen. Au camp au Cuijtaert, l'onziesme de Juïllet 1640. |
|