Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2434. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Over de ongesteldheid van Z.H. eenige dagen geleden heb ik de waarheid gezegd, zooals Uwe Hoogh zelve mij bevolen had. Z.H. is nu heel goed en heeft gisteren erg gelachen om eenige aardigheden van den heer van TeresteinGa naar voetnoot4), die hier stukken uit Engeland is komen brengen, waarmede wij een paar uren bezig zijn geweest. Over die stukken zal men ook in den Haag nog moeten beraadslagen, want er zijn daarbij allerlei moeilijkheden. ‘La guerison de M. le comte Henri a commencé depuis la nuict passée à s'esloigner du desespoir, où presque tous les chirurgiens, et VallensisGa naar voetnoot5) mesmes, inclinoyent hier au soir’. Hij is in alle opzichten veel beter. De ritmeester WenghenGa naar voetnoot6) is gestorven. De heer AbercrombieGa naar voetnoot7) is zwaar gewond, en FranckenburgGa naar voetnoot8) schijnt gevangen, doch niet gewond te zijn. De vijand gedraagt zich zeer onbeleefd en laat geen enkelen tamboer of trompetter teruggaan, van wien wij iets kunnen hooren. Au camp à Cuijtaert, ce 5e de Juïllet 1610. |
|