Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2326. J. van SomerenGa naar voetnoot2). (L.B.)Ick hebbe, volgens de ordere van Uwe Ed., de luyt wederom laten vermaecken so veel als doenlick was; se was derlick gestelt; het decksel afgenomen sinde, was alles beschimmelt, ja ten dele verrot, also dat men heeft moeten een nuiwe bant van binnen achter in de luyt maecken, daer alle de spaenen op rusten. De reden van dit ongeval is, dat de luyt te lange in de kuestodi besloeten is geweest; een luyt moet in scheen weder nit geschloten, maer verlucht werden, in vochtich weder wederom opgesloten. Ik hoepe, dat het met de luyt nu wel ghaen salGa naar voetnoot3). |
|