Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2316. Graaf Hendrik Casimir²⁾. (H.A.)

Het kleine geschenk, dat mijn koetsier u gebracht heeft, is slechts een klein bewijs van mijne genegenheid voor u en verdient geene fraaie woorden van dank. Integendeel ik hoop, dat gij mij de vrijmoedigheid, waarmede ik het aanbood, niet ten kwade zult duiden. Ce 5/15 de Fevrier 1640.

2) Uitgegeven in Archives de la Maison d'Orange-Nassau, 2^e serie, III, blz. 195, maar daar verkeerdelijk op naam gezet van Willem Frederik van Nassau.