Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2264. J. van BrosterhuisenGa naar voetnoot5). (L.B.)De Enghelsche Spanjaerdt Domingo Gonsales wijst teghenwoordigh in sijn nieuwe wereldt de MaenGa naar voetnoot6) nae den grooten Irdonozur toe, en dat is de oorsaeck, dat UEd. in langh gheen tijdingh van hem ghecreghen heeft. Dan alsoo hij van meeningh is met den eersten weder op d'aerde te coomen, soo sal ick hem selver in persoon daetlick UEd. toesenden, en omdat sijn Spaensch cleedt op de reijs sonder twijfel versleten sal sijn, soo sal ick hem in een Hollandtsch cleedtje steecken, omdat hij oock te veijligher hier onder ons soude moghen verkeren; is 't niet op de welvoeghende Maensche snee', of van die blinckende en vermaeckelicke verw, het is aleevenwel Domingo Gonsales. Denct, dat men hem onderweegh uijtghetrocken heeft, en uijt compassie in een ghelapten bolckvangher ghesteecken, totdat hij tavondt of morghen aen een goedt cleedt raect ..... Huesden, den 18 Octob. 1639. | |
[pagina 510]
| |
De gouverneurGa naar voetnoot1) had gaarne gewild, dat de compagnie van kapitein VerdoesGa naar voetnoot2) hier in garnizoen was gebleven, want bij de andere compagnieën zijn ‘gantsch gheen vierroers’, en die moeten juist gebruikt worden ‘teghen de partijen, die hier omtrent alle daegh loopen’. |
|