Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2131. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Eergisteren avond zijn wij bij het dorp Baerland in het land van Goes aangekomen, en gisteren middag bij Philippine, waar de troepen aan land zijn gegaan. Z.H. is dadelijk te paard gestegen en 's avonds weer gaan wandelen. Heden morgen is hij naar Assenede gereden, waar wij misschien in kwartier gaan. De heer d'AmontotGa naar voetnoot1) is geheel terneergeslagen door de nederlaag der Franschen en dringt er op aan, dat wij iets belangrijks zullen ondernemen, het belegeren van Hulst, Brugge of Gent. Maar de vijand is blijkbaar overal op zijne hoede. ‘M. van Campen me mande, que V.A. a daigné jetter les yeulx sur le portraict de mes enfants et moyGa naar voetnoot2), et qu'elle a jugé de la science du peintre, comme il me semble qu'il le merite. Cela estant, je la supplie tres humblement d'aggreer, que sa promesse me soit accomplie, et que ceste si bonne main puisse travailler pour moy au visage de Monseigneur le Prince GuillaumeGa naar voetnoot3). Outre l'extreme desir que j'ay de ceste faveur, le publiq y a de l'interest, un tres bon tailleur à Harlem n'attendant que cest original, pour en representer la copie en cuivre, et la joindre à celles qu'il vient d'acheter de la pluspart des Princes de la maison de Nassau et de Chalon’. Au camp pres de Philippine, le 18e de Juin 1639. |
|