Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2062. Aan C. Barlaeus. (K.A.)In lang heb ik u niet geschreven. Nu bedank ik u eindelijk voor uw boekGa naar voetnoot6); het is weer vol poëtische schoonheid en geest. Mijn Daghwerck heb ik de kroon opgezet door een Latijnsch gedichtGa naar voetnoot7); ik wilde mijne vrouw niet in eene enkele taal betreuren. Ik zend u hierbij dat vers; oefen gij critiek uit. Hagae Com., ipso aequinoctio verno (= 21 Maart) CIƆIƆCXXXIX. Waarmede zijt gij thans bezig? |
|