Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 428]
| |
2028. Barbe de BrimeuGa naar voetnoot1). (K.A.)Ik durf u lastig vallen, omdat gij een vriend van mijn zwager waart. Mijn leeftijd veroorlooft mij niet, u persoonlijk te komen bezoeken, en mijn zoon zit in Zeeland. Mijn broer heeft mij land nagelaten, maar nu heeft de heer Aleman mij daarvan in twee jaren geen rente betaald. Wilt gij over deze zaak eens schrijven aan den heer de Knuijt? De Bergues, se 23 de Janvier 1639. Hierbij gaat een brief van den heer Morgan. |
|